Notities voor de bewegingswetenschappen uit ‘Ubuntu – Stroom van het bestaan als levensfilosofie’ van Mogobe Ramose in een vertaling van Carola Kloos

Leestijd ruim 5 minuten of luister via HaptonomieNet
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/587405778″ params=”color=#ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false&show_teaser=true&visual=true” width=”100%” height=”300″ iframe=”true” /]

In constante interactie met de omgeving ontstaat de beweeglijke verbinding van het Afrikaanse ubuntu. Terwijl het westerse denken gegrondvest is op de zijnsleer is het Afrikaanse fundament van het denken een zijnsbeweging. In die beweging slokt de samenleving het individu niet op maar krijgt het een vitale positie temidden van anderen. Individu en collectief staan niet tegenover elkaar maar zijn beweeglijk op elkaar betrokken.

Door Leander Tijdhof

Het proces van heelheid

De interactie met de omgeving maakt dat het individu in het oorspronkelijke Afrikaanse denken behalve met zijn gemeenschap sterk verbonden is met het universum. Behalve een concrete lichamelijkheid is een persoon in dat denken iets bovennatuurlijks. Lichamelijkheid is daarom gericht op zoiets als een alomvattende heelheid.

Heelheid wordt in het oorspronkelijke Afrikaanse denken gezien als een procesmatig verschijnsel. Heelheid is dan ook onderworpen aan het principe van beweging. In relaties waarin individu en gemeenschappelijkheid uitdrukkelijk complementair zijn ontstaat een balans waarmee heelheid tot uitdrukking gebracht wordt. De mens en uiterlijke natuur zijn eveneens complementair. Zo wordt harmonie gekenmerkt door relaties van mensen onderling en relaties van mensen tot de natuur.

Omdat beweging van het zijn het beginsel is van ubuntu vormt die meteen de essentie van ons leven. De betekenis van de mens komt uit in de relaties met andere mensen en met de fysische natuur. De zorg voor elkaar en voor de natuur geldt als een ander derde aspect van het leven. Van dat leven is niet de mens maar de wereld het centrum. Dit alles geeft het leven als een heelheid weer zoals die in het Afrikaanse denken wordt opgevat.

Beweging van het zijn

Het besef van ubuntu is sterk verbonden met Afrikaanse talen. Zinsconstructies zijn daarin vergelijkbaar met wat we in het Engels zouden kunnen aanduiden met een begrip als ‘dance of being’. In dit begrip huist beweging en een verwijzing naar betrokkenheid bij de omgeving. Overigens gaan denken en spreken in de Afrikaanse zijnsbeweging hand in hand. In de westerse beleving is dit anders omdat daarin de denkende mens veelal als schrijvend wordt voorgesteld.

Ubuntu geldt als fundering en bouwwerk van de Afrikaanse filosofie. ‘Ubu’ in ubuntu slaat op een zijn in de zin van een omhuld-zijn. ‘Ubu’ is als een voortdurende manifestatie van zijnsvormen. De concrete zijnsvorm mondt uit in ’ntu’ binnen een proces van voortdurende ontvouwing. ‘Ubu’ kan beschouwd worden als een wordend zijn dat in beweging is en ‘ntu’ als een tijdelijk geworden zijn. Ubuntu is daarmee een werkwoordelijk zelfstandig naamwoord.

De Afrikaanse filosofische opvatting over het universum is dat alles doorgaat en stroomt. Een orde kan niet vaststaan. Bovendien is die opvatting muzikaal. De muzikaliteit ontstaat in een dynamisch systeem. Een Afrikaanse dans van het zijn is dan ook een uitnodiging tot deelname in plaats van een passief horen van muziek. Die uitnodiging kunnen Afrikanen niet afwijzen.

Wordend zijn als balans

In de Afrikaanse filosofie staan worden en zijn niet tegenover elkaar zoals in de westerse benadering het geval is. Beide zijn samenhangende aspecten van de werkelijkheid. Het wordende zijn, als onophoudelijke stroom van beweging, wordt in het westen meestal gezien als chaos terwijl het gebrek aan evenwicht een orde is. De chaos als een toestand van permanente beweging van entiteiten is als een spiegel van de intrinsieke orde van het universum.

In de filosofie van ubuntu heeft de samenleving een andere betekenis dan we in de westerse wereld gewend zijn. De wereld kent in ubuntu drie dimensies van zijn. De dimensie van de levenden maakt het mogelijk kennis te vergaren en te spreken. De tweede dimensie bestaat uit de wezens die uit de wereld van de levenden vetrokken zijn omdat ze dood zijn gegaan. Aan die wezens bestaat geen volstrekt einde. Ze worden betiteld als levende-doden (en dus niet als voorouder). De derde dimensie wordt gevormd door hen die nog geboren gaan worden. De levenden dienen erop toe te zien dat zij daadwerkelijk in de wereld van de levenden komen.

Een mens is nog geen persoon

Het individu doorloopt in het traditionele Afrikaanse denken diverse stadia voordat die als persoon aangemerkt wordt. De status van persoon wordt verleend door deelname aan rituelen binnen de gemeenschap. In dit beginsel is een mens nog geen persoon. Een levende-dode blijft bovendien een persoon. Lichaam en persoon zijn daarmee van elkaar losgekoppeld.

In het Afrikaanse denken zijn weten en geweten sterk aan elkaar gekoppeld. Zo heeft in Afrika de rechtsgang een waarschijnlijk krachtiger therapeutische werking dan in de westerse wereld het geval is. Het sociale aspect is daarin sterker bepalend. We zagen dit bijvoorbeeld ten tijde van de Waarheid- en verzoeningscommissie direct na de periode van apartheid in Zuid-Afrika.

De traditionele Afrikaanse geneeskunde kent een primaire en secundaire behandelmethodiek. Daarbij wordt het individu benaderd vanuit het perspectief van het geheel en vandaar dat ziekte verband houdt met een verstoring van de relatie tussen levenden en levende-doden.

Primair wordt lijden door de familie gemeld aan de levende-doden. Daarbij worden de levende-doden gewaarschuwd voor een systeemfout omdat bijvoorbeeld bij psychisch lijden de levende-doden boos zijn. De verzoening met de levende-doden kan het slachtoffer genezing brengen.

Ziekte is verstoring van de relatie

Als een ziekte niet overgaat wordt een soort huisdokter erbij gehaald. Behalve dat deze dokter zich eveneens primair concentreert op de relatie met de levende-doden zet hij in de secundaire fase middelen in om het lichaam te genezen. Pas in deze tweede fase wordt het slachtoffer een patiënt.

De behandeling kenmerkt zich door een gezamenlijk uitgangspunt van patiënt en dokter dat genezing te danken is aan een bovennatuurlijke bron. Genezen of sterven hangt af van de relatie met de levende-doden. Slachtoffer of patiënt is daarmee nooit overgeleverd aan de kennis van de huisdokter omdat de dokter over die relatie niet beschikken kan.

Literatuur

Mogobe Ramose, ‘Ubuntu – Stroom van het bestaan als levensfilosofie’, Uitgeverij Ten Have, Utrecht, 2017

Annotatie

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘De dans van ubuntu’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2018/03/10/de-dans-van-ubuntu/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (10 maart 2018).