Notities ten behoeve van de bewegingswetenschappen uit ‘De tijd en de ander’ van filosoof Emmanuel Levinas

Leestijd ruim 8 minuten

Het werk ’De tijd en de ander’ bestaat uit vier lezingen van Emmanuel Levinas waarmee hij al in 1946 en 1947 een eerste schets gaf van een denkwijze zoals hij later wist te verwoorden in zijn voor velen belangrijkste werk ‘Totaliteit en Oneindigheid’. Het laatstgenoemde werk werd eerder besproken in het artikel ‘Aanraken uit de leegte’. De filosoof vat in ‘De tijd en de ander’ tijd op als een relationeel verschijnsel. In het mysterie dat de ander in zich draagt schuilt een toekomst. Die toekomst lijkt de tijd. Het gaat om een tijd die door een afwezigheid aangestuurd wordt.

Door Leander Tijdhof

Zijn is het heden

We onderhouden betrekkingen met wezens en dingen. We zijn steeds met het andere. Ondanks de verbondenheid met het andere blijven we in eenzaamheid die te maken heeft met onovergankelijkheid van het zijn en niet wordt opgevat als een isolement: eenzaamheid ziet Levinas als een eenheid van ons zijn en de zijnswerking.

In eenzaamheid spelen verlatenheid en wanhoop geen rol maar de eenzaamheid is een kracht die bijdraagt tot soevereiniteit. In onze eenzaamheid zijn wij vrije wezens eigenlijk niet vrij omdat we als gevolg van de zijnswerking steeds voor onszelf verantwoordelijk blijven.

In eenzaamheid wordt in de zijnswerking het plaatsnemen van het zijn in het zijnde, zoals wanneer we na slapen wakker worden, aangeduid met de term ‘hypostase’. Daarin haalt het zijnde zich in hypostase het zijn steeds op de hals.

Een terugkeer naar onszelf kan in de zijnswerking alleen plaatsvinden in het hier-en-nu. Het is ons heden dat een stramien doorbreekt van een oneindig zijn. Zo gaat het heden op in zichzelf, schept zich als het ware een eigen verantwoordelijkheid en wordt een materialiteit.

Tijd kent een relatie

In zijn onderzoek onderscheidt Levinas ‘aan gene zijde van het zijn’ de andere mens en het ‘volstrekt andere’ waarmee de filosoof oneindigheid aanduidt. De tijd ziet hij niet als een degradatie van eeuwigheid maar is de relatie met datgene dat of diegene die niet te be-vatten is. In die relatie is afstand ook een nabijheid maar geen bijna-eenheid of een samenval.

Be-vatten is herkenbaar voor ieder omdat ‘zijn’ steeds gepaard gaat met ‘hebben’. Het simpele feit dat ik onder mijzelf gebukt kan gaan is een uiting van het materiele zijn. Kwam vrijheid eerst voort uit het feit dat uit een naamloos zijn een zijnde verrijst; later krijgt vrijheid een prijs tot een zekere onvrijheid in een ‘ik’. Een situatie die uitgroeit tot een definitief ‘ik’ omdat het ik aan zichzelf vastklinkt.

‘Het ik’ is vastgeklonken

De vastgeklonkenheid binnen ‘het ik’ behelst volgens Levinas het tragische aspect van onze eenzaamheid. Die eenzaamheid is een materialiteit. Om een vastgeketend-zijn van de materie te doorbreken moet er een hypostase zijn en daarvoor moeten we in de tijd zijn.

Terwijl we hypostase beleven is in de wereld alles om te kunnen zijn. In dit proces tot de wereld wordt het subject steeds van zichzelf gescheiden. Om die scheiding gestalte te geven is er licht nodig. Dit is een aspect van de wat Levinas benoemt als eerste betekenis van verlichtheid.

Ons leven gaat tot objecten waar de wereld vol van is. We kunnen buiten onszelf zijn maar worden door objecten beperkt. Onze verhouding tot een object kan worden gekarakteriseerd met behulp van genieting. Behalve als een manier van ‘zijn’ is genieting een sensatie. Een object nemen we in die sensatie in onszelf op of daarvan nemen we afstand. Dit genieten nodigt uit tot een wezenlijk weten waarmee een tweede betekenis van verlichtheid ontstaat.

Verlichtheid maakt los

De verlichtheid van genieting verbreekt het verschijnsel van het in onszelf vastzitten. Belichte objecten komen we tegen en omdat die belicht worden lijkt het of ze van ons komen. Daardoor kom ik tot mijzelf in mijn kennen en mijn genieten. Het is een transcendentie die door een immanentie wordt omhuld: deze transcendentie blijft binnen de ervaring van de genieting.

Een zijn zonder zijnde duidt Emmanuel Levinas aan als het ‘er is’. Het is het moment waarin het verschijnsel hypostase zich zal voordoen. Een bijzonder element aan het ‘er is’ blijkt wanneer de afwezigheid zich voordoet als een aanwezigheid zoals in een fluistering van stilte en een volheid van leegte. Het ‘er is’ maakt een puur zijn onontkoombaar.

Een tijd die is

Hypostase is het heden zelf waarin het heden alleen van zichzelf uitgaat. De ‘gehypostasieerde tijd’ is een tijd die is. Levinas onderscheid de gehypostasieerde tijd als een andere tijd dan die uit een schematische werking tussen zijn en zijnde kan ontstaan. Het scheurt uiteen en knoopt weer vast. Het heden heeft in schematische tijd een herinnering aan het verleden.

De beheersing door het altijd ‘zijnde’ subject van het zijn behelst het vermogen tot het beginnen van iets nieuws en daarbij een van zichzelf uitgaan. Zijn en zijnde raken aan elkaar vast waarin ‘het ik’ de zorg opneemt voor ‘het zich’ ofwel de ‘materialiteit’. In dit proces loopt het subject steeds vast.

Uitweg eenzaamheid schept afstand

Door dit vastlopen ontstaat een transcenderen van de behoefte en ontstaat een bevrijding van zichzelf. Zo ontstaat behalve genieting een uitweg uit eenzaamheid waarbij met onze behoefte een tussenruimte, een afstand, gevuld wordt die ons van onszelf steeds verwijderd houdt.

De dood is de begrenzing van onze kracht die door de hypostase mogelijk is gemaakt. De manier waarop de dood zich laat zien is als een ervaring van passiviteit waarin het subject geen subject meer is. In een situatie van de dood is de toekomst niet meer te vatten.

Het vatten van de toekomst was al een moeilijke zaak omdat wij slechts leven in het heden van de toekomst en niet in de toekomst zelf. We kunnen in het heden toekomst plannen maar de toekomst kan ons ook overrompelen. De toekomst is voor de Emmanuel Levinas het andere.

De toekomst is het andere

Het toekomstige van onze dood is bepalend voor onze wil om vooruit te gaan. Als we het heden ontdoen van anticipatie op de toekomst komen heden en toekomst van elkaar los te staan. Daarmee wordt de toekomst ‘absoluut anders’ en ‘nieuw’.

De tijd is voor ons alleen te begrijpen door onderkenning van de absolute onmogelijkheid om in het heden iets vergelijkbaars te vinden dan de toekomst voor ons is. De tijd is dan ook als een opnieuw geboren worden. De tijd is zo nieuw als onze nataliteit is.

Onze verhouding tot de ander is een onmogelijkheid omdat in het hart van de sociale relaties ons anders-zijn niet wederkerig is. De ander is immers die ik niet ben. Dit anders-zijn staat haaks op het zijn van elkaars tijdgenoot omdat we elkaar daarin met onze relaties vinden. Dit alles maakt dat de intersubjectieve ruimte niet symmetrisch kan verlopen.

Liefde is geen versmelting

Hoewel eenwording nagestreefd wordt is de liefde niet op te vatten als een stelsel waarin mensen door seksualiteit met elkaar kunnen versmelten. Een seksuele relatie neutraliseert volgens Emmanuel Levinas het anders-zijn niet: het houdt het anders-zijn juist in stand.

In liefdevolle seksualiteit trekt de ander zich terug als een mysterie buiten bereik van het licht alsof daarvoor wordt gevlucht. Dit gegeven staat haaks op onze kwaliteit van transcendentie en expressie die we zeker rijk zijn. Het mysterie behelst steeds onze verhouding tot anders-zijn.

Dit eerdergenoemde mysterie is de toekomst. We verhouden ons dan tot een wereld waar alles ‘daar’ is. Dit gebeurt in de wetenschap dat het nooit ‘daar’ kan zijn want ‘daar’ bestaat niet omdat alles hier is. Liefde is in de beschrijving van Levinas geen gekozen mogelijkheid en is dus niet te danken aan een initiatief. Liefde is een redeloos iets waarbij ‘het ik’ behouden blijft.

Afwezigheid maakt de tijd

Daaruit moet wel volgen dat liefkozen niet gericht is op warmte en contact maar wel op het ‘erop uitgaan’. In dit erop uitgaan van liefkozing blijft onbekend waar de liefkozing op uit is. Dit ‘niet weten’ is het wezenlijke element ervan. De liefkozing is als een spel zonder plan en zonder doel. Die is geen spel tot iets wat ‘van ons’ wordt maar met iets waar we niet bij kunnen. Het iets in het spel moet altijd nog komen.

Liefkozing is de verwachting van een inhoudsloze toekomst. Het daarin toenemen van verwachtingen en verlangens biedt weliswaar steeds nieuwe perspectieven op het ongrijpbare maar leidt niet tot inhoud. Vrijen is volgens Levinas een unieke gerichtheid op de toekomst zelf maar nimmer een verwachting van een toekomstig feit.

In liefde behelst onze relatie tot de ander de afwezigheid van die ander. Het gaat hierin niet om een afwezigheid van niets. Het gaat om een afwezigheid in een horizon van de toekomst. Hierin is de afwezigheid van de ander de tijd. Het is een horizon waarin ons persoonlijke leven zich ontwikkelt. In het hart van de transcendentie krijgt ons leven vorm en is daarmee steeds een overwinning op onze dood.

Literatuur

Emmanuel Levinas, ‘De tijd en de ander – vertaald door Ab Kalshoven’, Uitgeverij Ambo bv, Baarn, 1989

Eerdere items

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Zijn voor de ander’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2017/02/08/zijn-voor-de-ander/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (8 februari 2017).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Aanraking als aanzien in zien’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/09/01/aanraking-als-aanzien-in-zien/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (1 september 2016).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Wie ik niet ben’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2016/05/30/wie-ik-niet-ben/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (30 mei 2016).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Voordat ik ontluik’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2016/04/19/voordat-ik-ontluik/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (19 april 2016).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Ontwikkeling als communicatie’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2016/03/22/ontwikkeling-als-communicatie/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (22 maart 2016).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘De ander zo dichtbij’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2016/02/21/de-ander-zo-dichtbij/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (21 februari 2016).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Ontvankelijkheid als verantwoordelijkheid’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2016/01/18/ontvankelijkheid-als-verantwoordelijkheid/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (18 januari 2016).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Bekoring van erkenning’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2015/12/21/bekoring-van-erkenning/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (21 december 2015)

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Aanraken uit de leegte’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2015/11/07/aanraken-uit-de-leegte/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (7 november 2015).

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘Daar waar spreken stopt’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2015/09/25/daar-waar-spreken-stopt/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (25 september 2015).

France Guwy, ‘Jij die mij aanziet’, http://haptonomiehaptotherapie.com/2015/08/31/emmanuel-levinas-jij-die-mij-aanziet/, televisieproductie, Hilversum (IKON) 1986.

Annotatie

Drs. Leander P. Tijdhof, ‘De tijd en de ander’, https://haptonomiehaptotherapie.com/2017/06/02/de-tijd-en-de-ander/, Kennisweb haptonomie, Stichting Kenniscentrum Haptonomie Hapsis Utrecht (2 juni 2017).